Brussel Blagueske!

Twie brusseleirs zen op stap in de midi, en in iene kie zeit den iene teige den andere:
"'k Geluuf da 'k 't schaait em, 'k goen ee in dei kafei binne springe, want annes es 't in man broek !"
Zanne copain : "Haaft a leever nog e wa d'in tot de volgende stammenei,

wantdaddes ee 'n boegnoellekafei [=vreemdelingencafé].
Bon, zanne copain kan ni wachte, en ei goet toch binne.
Twie meneute loeter komt 'em boeite met twie blaa uuge en nen blootnuis.
"Awel peé, wadedde ga vui . hedde doe iet miszeit ?"
"Mo neie, miljaardedjuu, 'k zaain binne gegoen en 'k hem just gevroegd,
......ma'k kakke ?"

Brussels dialect.

516 Brusselse woore

(van) haar	(van) 'ui
aambeeld	oembeld
aan	oen
aanbakken	oënbakke
aanbelanden	oëngeland
aanbevelen	recommandeire
aanbranden	oenbranne
aanbrengen	apporteire
aandoen	oëndoen
aangenaam	agreoebel
aangepast	getraffikeijt
aanmaken	oenmoeke
aanpassen	traffikeijre
aanpassen	ajusteire
aanraken	toecheire
aap	oêp// mettekou
aap	mettekou
aardappel	patat
aartsdom	zoe stoem as e pjeid van achter
abonneren	abboneire
absorberen	absorbeire
abuis	abeus
academisch	akademik
accordeon	trekzak
achterhouden	achteraave
afgeleverd	afgegauve
alcohol	alkoul
allemaal	allemoel
als	as
ambetanterik	beuzze
appelsien	appelseen
appelsienen	aronjappele
auto	coech
auto	otto
auto	koesj
autobus	ottokaar
autobus	ottobus
autocar	ottocar
azijn	azaain
banaan	bannan
bastaardhond	zinneke, straton
bedrieger, met louche zaken bezig	foefeleir
beek	beik
beest	bishke
benen	biene
beurs	beuzze
bibberen	beive
bidprentje	billeke
bier	bee
bij	dicht baa
bijna	bekanst
bijzaken, details, futiliteiten	zjatten en tallure
bivakmuts	kagoelle
blauw	blaat
blauw	blaut
blazen	bloeze
bloot	bluut
boot	buut
bord	taluur
bord	taluur
boterham	bokes
boterham	stute
bouwen	baave
braden	broeje//breije
brei	trikko
breien	braaje
broeikast	seirre
broer	breur
brood	bruut
Brusselaar	Brusseleir
Brusselaar	kiekefretter
brusselares	brusseles
brusselse stinkkaas	ettekeis
bultenaar	nen bulteneir
chagrijnig persoon	nen ettefretter
citroen	sitroon
computer	ordinateur
Correct / Juist	Just
daar kan ik ni tegen	je ne peu pa la contre
dat	da
dat is gelijk aan elkaar	Da des "pil poil" 't zelste
dat is hetzelfde	da's 't aaigeste
dat ventje, die man	daane peij
de	den
de eerlijke	den ierlekke
de Nederlandse wetgeving	de vlomse legislause
de overweg	den bariel
de zee	de zie
deken	sozje
dekentje	sozjeke
dertien	dettien
dertig	detteg
deur	dui
die	dei
dief	deef
Dilbekenaar	konaainenfretter
dinsdag	destag
dom	stoem
dommerik	stoemerik
donderdag	donnerdag
donker	doenker
dood	duud
door	dui
dorst	deust
draaimolen	carousel
drie	draa
dromedaris	dromadeir
dronken zijn	e stuk in zan zjilei emme, eu stuk in zan kluuten emme (mannen) eu stuk in eu vioul emme (vrouwen)
dronken zijn	e stuk in aa kluute hemme
duim	dompke
duizend	duuzend
duizend	deuzend
een	ne
een	nen
één	ien
een (oudere) vrijgezel	ne joenkman
een arrogant iemand	ne fafoul
een criminele activiteit	ne crimineilen agissement
een das aandoen	aven plastron oandoen
een geldbeursje	ne portemonei
een groepje jongeren (pejoratief)	de bende van Cartoesj
een grote neus hebben	een foensj op emme
een jaar	ieën joer
een klein meisje 12-17 jaar	een moos
een kleine jongen	tisjke
Een kolenboer / kolenverkoper	nen oullemarchang
een kopje koffie	een zjat kaffei
een mantel of lange jas	ne paltou
een mep in het aangezicht gekregen	knein een mot op moaijn facade ge'at
een mooie melodie	eu skuun aireke
een nors persoon	nen ettefretter
een ongelikte beer	nen abruti
een oplichter	ne smous
een oude vrijster	een aâ joenge dochter
een persoon met een slechte smaakop het gebied van zich te kleden	ne modedief
een regenbui op 21 juli	den drasj national
Een romantische afspraak	Ne skeir
een schommel	een roesj
een staart	e sjeit
een vervelende jongen	ne mettekou
een verwaand wicht	nefoefelaeir
een weg	ne weg
een zaak	een affaire
een zware regenbui	een goei guit
een zwarte medemens	ne zwette
eerlijke	ierlijke
ei	aar
ei	aar
eigenaar	proprieeteir
elektriciteit	ellentrik
elf	eulf
erg	naaig
ermee ophouden, opgeven	zan skup afkosjen
ervan aangedaan zijn	gielegans geperturbeet, van moin melk
Everaar (inwoner van EVERE)	ne sjikon
ezel	eizel
fiets	velo
fiets	velo
flauw	flaa
flauwvallen	in de pataate valle
flierefluiter	fleereflooiter
ga	goet
gaan we	gomme
Gaat u zitten	Zet aa
gebreide trui	vareus
geld	sente/ poon
geld	ooden
geldbeugel	pottemonee
geldbriefje	billet
geluk	sjanz
geluk hebben	panch hemme / paut hemme
gevelschilder	facadeklasjer
gierig mens	nen ettefretter
gierigaard	een pinne
gilet	kazzequin
golf	kazzequin
gootsteen	poembak
grammofoonplaatspeler	pikup
gras	ges
groen	greun
grote slechterik	schieven architekt
haar	'oer
hagedis	slangeratisj
handen	polle
handtas	sacosj
haring	boestrink
hebben	emme
heeft	eit
helemaal	gielegans
hemd	um
het	da
het atomium	den atoumium
het is in de handtas	t' ês in de sakoch
het kantoor	den buro
het strand	de plaasj
hetzelfde	't aaigeste
hij	aaë
hij is	aaë es
Hij is graatmager	Zaain broek goot allien voesj
hij is van de trap gevallen	dei kèt es mé zaan kluute vann'escalier getoembeert
hij ziet er onschuldig uit	ge zotj em de commeune geive zonner te biechte
hij zong	aa zoenk
hou je handen maar thuis	oogda polle mo tooisj
hou je maar gedeisd	oogda mo keut
hovaardig zijn	uuger sjchaaiten as dad a gat stoet
huis	ois
huis	ouis
Idioot	Labekak
iemand die geen geheimen kan bewaren	een klapet
iemand die graag opvalt	ne mas tu vu
Iemand een klap uitdelen naar het hoofd	Eemand een voenk op zaain cabine geive
iemand met grote voeten of met grote schoenen	zaan voete zijn just oorlogsscheepe
iets op krediet gekocht hebben	eij eet da op de poef gekocht
iets wegmoffelen	eet wegfroechelen
ijzer	aizer
ik ben	ik zen
ik ga	KGo
ik ga door	ik zen voesj
ik heb	ik em
ik hou van jou	'k zeen a geire
ik slaap	ik sloep
Ik weet het niet	Ik kan a da zegge... ma na ni
ik zie je graag	ik zien a geire
in een kluis	in ne coffre fort
in landelijk gebied zijn	eej es Juzeke nog ni gepasseid
internet	interklet
inwoner	inwuuner
is	es
Ja, zeer zeker / Jazeker	Ah non peut-etre!
jaar	joer
jij	gaa
jij hebt	gaa et
jongen	ket
jongetje	ketje
jouw	aave
kalf	meutte
kan je mijn redenering volgen ?	eije maa vast ?
kapoo	nen arooijnappel
kast	kas
ketting	keit
kinderen	ketjes
kinderwagen	vattuur
kinderwagen	kinnervoîtuur
kinderwagen	kinderkoesj
kip	keek
kippevel	keekkebisj
kippevlees	keekenbisj
klein	klaain
Kleren / kledij	kliere
klompen	blokke
knikker	merrebol/beekes
knoop (in touw)	knuup
koelkast	frigo // glacière
kolen	oulle
Komkommer	smauzentich
kookpan	kassuul
kool	kuul
koorts	keutses
koppel waarbij de vrouw ouder is dan de man	in een aâ kassuul mokte de beste soep me joenge weuttele
koppigaard	ettekop
kousen	kaasse
kozijn (neef)	kozze
krant	gazet
krentenbrood	kramiek
kwajongen	mettekou
lakens	loekes
larie	ziever in pakskes
laurier	laveleer
leeuw	lieuw
leuk	tof
leuk meisje	tof mokke
liefje	mokke
lieveling	sjoeke
luierik	lôrik
luierik	lamzak
maandag	moindag
mama	moema
mantel	paltô
maria had het heel koud	mee aa braa kaa
maria had het koud	mee aa kaa
markt	met
masturberen	landkoete moeke
meisje	maske
meneer	menier
mevrouw	madame
mijn televisie	moaijnen television
moe	muug
Molenbeeknaar (Inwoner van Molenbeek)	Ne Voetkapoen
mooi meisje	schuun biesjke
moregen	merrege
morgen	boitlette
morgen	merge
motor	moteur
Motorkap	Kapoo
mug	mugge
muggen	muggene
muis	mois
muts	moesj
mutsje	moesjke
naar	no
Naar het WC gaan	no Vilvaur goen
naast	neffest
natuurlijke dood gestorven	gesteurven van keuten oesem
nee	neije
nee	nie
negen	neige
neus	nuis
neus (dikke neus)	vrie voenk
niet heeft gevonden	ni gevonnen ei
niet meer/niet langer	manni
nieuwe batterijen	vesse pillene
normaal gezien	van reksweïge
norse gezichtsuitdrukking	ne veezen tout
omdat	oemda
oneerlijk persoon	ne foefelaeir
onhandig bezig zijn	dasjtere
onhandig iemand	dein eit twie linker puute
onnozel doen	zwanze
ontspoort	gedeerajeet
oog	uug
op	oep
op de rommelmarkt had maria het erg koud	op d'aa met aa mee braa kaa
op de zenuwen werken	enerveire / oep de zijnne werke
opmerking krijgen	in zaân kluûte kraaigen
opnieuw	vaneir
opvliegend zijn	keut van stof sain
paard	pjeit
paard	pjeit
paarden	pjéirre
paardje	jujuke
paling	poelink
pantoffel	slach
papa	poepa
papier	papee
pens	pansj
pet	klak
Philippe de Kwajongen	Flupke de Mettekou
plaatje	billeke
plaats	plosj
plastic	plastikke
platendraaier	pikkup
plein	plaain
poeder	poejer
politie	gardeville
politie	polis
politie	pollis
politie	polis
politieagent	wout
politieagent	ajoen (ajuin)
politiebureau	woutekot, woutekiet
politieman	gendarm
pomp	poemp
poort	puut
postbode	factuir
Prei	Paraa
pruik	parruk
prutsen	dasjteren
raam	room
raam	chassi
radio	TSF
rauwkost	kapoo
regenbui	drasj
reis	voyaach
residu van de kachel	schramoelle
ritselaar	kajoebereir
rommel, wanorde	brol bazaar
rood	roeit/ruut
ruiker	bloemekei
sandaal	slasj
Santé / Op uw gezondheid (toast)	Oep aa bakkes
schaap	lemme
schaap	meutte
Schaarbeeknaar (Inwoner Schaarbeek)	Nen eizel
schacht / nieuwkomer	bleuke
scheef	sgieëf
scheldwoord	nen deb
scheldwoord	ne meutte
schijnheiligaard	haamelaaiken doiker
schoen(en)	scheun(e)
schouw	schaa
scouts	skoette
sinaasappel	arojappel
sjoemelaar	arrangeur
slachthuis	abbatwaar
slappeling	een klet
slechterik	architek
sleutel	slijter
slim	liep
sneeuw	snieë
snel werken , er vaart achterzetten	beuze geive
sneller zijn	a tiene uitkosjen
snoepen	smosjteren
snoepje	karamel
speels iemand	ne fafoel
spoorweg	aizerweg
spuwen	spiken
stamcafé	stamenei
steenkool	oeille
steenkool	oelle
stelen	schieëf sloegen
stelt een onderzoek in	goeget onderzuuke
stempelen	chomeire
step	trottinette
stilte!	stilauns
stinkerd	stinkoed
stoel	stool
stoofvlees	scheup
stotteraar	acheleir asjeleir
stotteren	achelen asjelen
straat	stroet
straat	stroot
straathond	stroatiejein
straathond	stratonpisapotoo
straks	fluis
tafel	tofel
tas	sjat
te maken heeft	te moeken eit
teelballen	kluute
teen	tien
telefoon	tellefon
televisie	telleveese
televisie	tellevision
terug	vaneir
tien	teen
toilet(WC)	t'hosjke
tooghanger	contoirplekker
touw	koar
trage persoon	dasjtereir
trap	eskaljei
trede	marsj pjei
trui	vareus
twaalf	tweulf
twee	twie
twee handen op één buik	twie sjchijte duij ie gat
twintig	twinteg
u mond	a bakkes
Ulvenhoutse	Ulvenaatse
uwe portefeuille	aven portefoel of aven bruioune
vagebond	vagger
vagina	mijol
vallen	toembeire
valsaard	sgieve lavabo
veel te lange nagels	noôgels als skuppe
veertien	vieteen
veertig	fieteg
veilig opgeborgen	goe weggestoke
ventje	veijnke
verdacht café	kabberdoechke
Verdieping	stoje
vergissing	nen ereur
verjaardag	verjoerdag
veter	nestel reisnoar
vier	veer
vijf	vaaf
vijftien	vefteen
vijftig	fefteg
Vilvoorde	Vilvaur Vilvaure
vlees	bish
vliegtuig	vleger
vliegtuig	vleeger
voetballer	sjotter
voetpad	trottwaar
volgende keer	noste ki
vonk	voenk
voordeur	vuidui
voorzitter	veuzitter
vork	fourcheit
Vorstenaar (Inwoner Vorst)	Honnefretter
vrijdag	vraadag
vrouwengek	vraave zot
vuil	voil
vuilnisbak	voilnisbak // voeïlbak
vuilnisbakonderzoeker	kasjoebereir
waar had maria het koud?	wo aa mee kaa?
warm	werm
warme maaltijd	schouteleiten
wasbak	poembak
washandje	e lavet
water	woter
wc	koor
we zijn ervandoor	we zen chemin
weegschaal	baskuul
wenen	grijze
werkkledij	saloppette
wij	waaile
wij zijn	waaile zen
wijn	waain
woensdag	goensjtag
woensdagavond	goensjtagoevend
worst	panch
worst	weust socisse
zakdoek	nuisdoek
ze is zwanger	z'eit tenaag on de flosj getrokke
ze is zwanger	z'es teige ne hoek van de ronne toefel gelaupe
ze is zwanger	z'es teige nen hoek van deij ronne toefel geluupen
ze is zwanger	zei ne steik gat
zeep	zieëp
zeker	zeikerst
zenuwen	zeene zeine
zeven	zeive
zeveraar	zievereir
ziekenhuis	zekenoois, hospis
zij	zaa
zij (meervoud)	zaale
zij heeft	zaa eit
zij het niet onwaarschijnlijk acht	ze bekanst zeiker zen
zij is gestorven	z'es gepasseid
zij zijn	zaale zen
zin	goestink
zoek	zuek
zomaar ergens heen	no sjipka no chimakakka no de peutechemique
zou u uw grote wagen willen verplaatsen	zoude gei aav badkoijp ne kier wille verpleuchen
zwart	zwet
zwart	zwet
zwerver	clochard
zwoerd	zwozze

 

Mijn kosjvraa!

Brussel vanooit den hemel!

 

Brussel vanooit den hemel! 

Brussel g'hèt main hèt gestolen!

Brussel g'hèt main hèt gestolen
mee a strotjes op en neer
Brussel g'hèt main hèt gestolen
zingen wij in 't Marollen korteer.
De Rue Neuv', de Place de Brouckère,
da's Brussel, 'petit Paris'
Brussel g'hèt main hèt gestolen
van de Nord tot de Midi.

Get mut as ge taid hèt eens meegoen
een wandeling doen deui de stad
Ge zaadt er soemwellen van stoem stoen
nie weten dat Brussel dat hàd
De grute mèt pakt oep awen oesem
Menneke Pis pakt oen a hèt
En woeveui zing ik na dees chansonnette
oemda'k ik gère "kieke-frèt".
As ketjes zain wijle geboren
waai haaven van truut en van zwans
Me zeggen de Chinuzen toren,
de Toren is aig'laik Japans
Alle doegen nen demi-geuze,
Alle doegen is er wa vès,
Alle doegen is er wa nieuwze,
't Ne kortège of
'ne Brussel Kermesse ..
mo brussel dat es lieg geluupe
bezie mor de nord, de midi
en de franse die de last verkuupe, dei wune er oek al nimie
t word alteid mo zwetter en zwetter
...de gordijnen en oek de vitroos
en ik zing mo'jetter en etter
moo het es teige de mettekoos...

Den pompeer van Brussel zuit!

 

Oh Jefke es getrouwt!

Ne giest!

Do es ne pei en daan luupt op de plage. Op ne moment zeet em een fles ligge, en aai geft do ne shot teige. Dei fles vleegt weg mo dei zeit "aa". "Tiens" zeit daan pei en ei pakt dei fles oep, en ei zeet dat do ne giest in zit. "Tiens, tiens" zeit daan pei en ei trekt da stopsel van dei fles. "Boef" en daan giest sto veu em. "Merci, menne, da ge maa door oeit geloten et, en naa meugde ne wens doon." " Nei merci, zeit daan pei, tes zo gout as da'k et gat em" "Mo enfin, dou ni onnuuzel, zegd agaa ne wens" zeit daan giest. "Enfin jaa, veuwa ni, leustet, ik zaan al giel ma leive ne ki geire no Tahiti geweist zaain. Daan voudou sto maa wel oon, en eh... dei waaive oep dei tabloos van eh... Monet of zu, dei ston maai oek wel oon. Mo, met den buut kan ek ni gon, want ik begin al te geubele az ek nen buut zeen, en mette vleeger zeiker ni, want as daan valt... Enfin, ge zeut maa e gruuit plezeer doon me een otostraad van ee tot in Tahiti." "Jomoja, serieus blaave" zeit daan giest, "een otostraad van ee tot in Tahiti, das em bekke veul gevroegd, zenne, da kannekik ni. Azekik da doon dan est veu de rest van 't sezoun gedoon me tuuvere, dan es maan pil af. Neinei, vroegd iet serieus: geld, waaive, neimport" "Ah bon," zeit daan pei, " as 't zuu zit, dan wil ik en effet een vraa..." "voila, gien probleim, een schuuin, een raaike...?" "da zjust da ... en ien da gien kuuren eit en dad altaaid goo gezind es." "Bon, " zeit daan giest, " dei otostrade, moot da me of zonder verlichting zaain ?" ....

DE GRUUTE MET!

Ghe moêt vantaaïd in Brussel ies' no' de Gruute Met goen ... In 'tt joer slillekes emme ze de er stuk of twie de kop afgedoen ... Na, luup da' do' vol tourieste, Ghe weit wel, allemoe van dae' veeze tieste ... 'T ess curieuss ve' loete zeen ... Persses dat allemoe Jeisus Christus zeen ! Pourtang, Ik weit ni wat do' kunt doon ! Ghe goe' ma zegge : Ja mo ga zaïen nen Brusseleir ! En den ? Ben ik togh uuk giene kajoubereir ! De Gruute Met ess uniek, da' kan zaïen ! D'accord doe zaîen d'er zu gienen deiteen in den douzaaïne ! Pak mo just, statueses en toeres ... Doe emme me togh ni veul oen verloêre ... Dat stoen alienj in de middel neete erm' man bloot ... Of zeede gaîele ni goot ? Daen dé daen' geboêv' eit emme van boêve no' beneie gesmeite ... De sukkeleir ei g'ett ni kunne oêverleive ! Ghe moet da' zeen, trek op gien botte, Perssee of waïele zaïen allemoe zotte ! Langs den andere kant stoe "La Maison du roi", just tusse twie gankskes, Dat ess persees enn oeïske mè vollangskes ! Den ee' nogh da', van de Duc de Brabant, dat ess just e klierkas, Schaaînt d'ailleur dat ei ne linkoet was ! Ne pei dé de mense ambeiteide, Z'emme de'mée schuun boeïte gesmeite, De rest, woere allemoe oeïze van vreugher, van de syndikass, Van d'epissiés, van de braaver et zu rass. Ze zeet allemoe ni ve ne' 'r oeïs oêver te schraaïve. Van ma gh'ess do zenne dé altaaîd doe oêverdraaïve ... Doebâ doebâ moote ze niks waaïs moeke, Al dei doe zoe gezeit goê he' sloepe, Zeen dei allemoe in "De Roi d'Espagne", en da'ss curieuss, Want par hasard, verkuupe ze doe fameuse gueuss Mè kip-kap en bloopanch ... Da'ss zonder pardon ! Ze zaîen allemoe zoe zat as e kanon ! Ze verkuup der uup nogh soête viss En van dè dinkskes mè Menneke-Piss ! Ik goen hee al ga luupe, Veuï da ze mae' uugh nogh verkuupe !