Geert Van Istendael bezingt zijn liefde voor Brussel. Of is het zijn haat? "Brusselaars zijn bastaarden uit principe."
Geert Van Istendael is ex-journalist van de VRT, en is nu schrijver en publicist.
Waarom woont een mens hier en niet daar?
Mijn geval is simpel.
Gebrek aan verbeeldingskracht. Totaal geen zin in avonturen.
Ik ben geboren in Brussel en in Brussel woon en werk ik.
Zeker, ik ben ontrouw geweest. Utrecht. Leuven. Engeland.
Maar mijn affaire met Brussel duurt nu al vijfendertig jaar. Het moet haast wel dat die stad me bevalt.
Ik duw mijn voordeur in het slot, stap vijf minuten, daal af, de
ondergrond in. De metro flitst me dag en nacht overal heen. Nacht, nou
ja, niet in de kleine uren, maar daar ben ik toch te oud voor.
Mijn kinderen gingen altijd te voet naar school.
Niks geen achterbankgeneratie.
Ikzelf ging te voet werken.
Ik kan elke dag Frans spreken met stadgenoten als ik dat wens.
Heerlijke taal, Frans, Brusselse verbasteringen incluis. Elle sait la
contre. C’est un peu peu monsieur.
Mijn buren proberen tweetalig te zijn. Het gaat niet altijd van
harte, bijlange niet, mijn burgemeester heet Maingain. Maar steeds vaker
hoor ik goede wil.
Tweetaligheid is niet genoeg. Ik kom buiten, zeg bonjour tegen mijn
buren en wat krijg ik terug? Koedendak. Guten Tag. Morning. Dzień dobry.
Opnieuw de metro. Tel de talen die de medepassagiers murmelen. Je
hebt meer dan tien vingers en tien tenen nodig. Hoe verder je vordert
richting Molenbeek, hoe dieper de woorden in de kelen zakken, hoe minder
je snapt. Hoe onbegrijpelijker de ondergrond, hoe armer de bovengrond.
Dat is één van de regels in de Brusselse chaos.
Nog een regel.
In Brussel heeft het woord taal geen enkelvoud. Brussel is
allestalig. Bruxelles est toutophone. Mensen uit een arm land die na
drie jaar lagere school op het veld moesten gaan werken of in de
zweetfabriek, proberen in Brussel elke dag drie, vier, vijf talen te
spreken. Ze leren die op straat, op het werk, in de vakbond. Brabbelen
ze? Nee, ze vinden taal uit, bastaardtaal, mank, krom, maar spreken
zullen ze, móéten ze wel, met buurvrouw, buurman, met onbekenden,
ontbrekende woordenschat aanvullend met handen en voeten. Dat deden de
Brusselaars al meer dan een eeuw geleden, toen het Frans hun Brabants
wilde verdringen.
Brussel is een groot, morsig bed waar allerlei talen met allerlei
talen liggen te vrijen. Geen wonder dat er zoveel bastaarden geboren
worden. Brusselaars zijn bastaarden uit principe. In oude kroegen waart
gefluister rond over voorouders die opdoken uit Ardennen of
West-Vlaanderen. Vol trots voegen de fluisteraars eraan toe: en ik, ik
ben halfgebakken. Ons nieuw volk fluistert dapper mee. Inzake mengtaal,
toêl, langue, lenguaje, tamazight, język, is het door en door Brussels.
Brusselaars zijn onvatbaar. Ze knikken ja, ze doen nee.
Overigens, voluit ja zeggen ze zelden. Ze zeggen in de twee
officiële, gelijkberechtigde idiomen en ik durf te wedden ook in een
kwak nieuwe: Nee misschien. Non peut-être. Dat betekent: Ja. Oui.
Schreeuwden we de plompverloren ja, we vraten elkaar op met huid en
haar. Maar we lusten elkaar niet. We lusten bloompansj en sjoozels en stoemp.
Ik ben dol op de oude Brussele huizen. Drie kamers achter elkaar.
Tuin. Die tuin kun je van op straat niet zien. Wij blijven graag
onzichtbaar.
Ook huizen zijn vaak principiële bastaarden.
Neem het mijne: art nouveau in de glasramen, neogotisch traliewerk,
neorenaissance deurklinken, Franse style pompier voor de
schoorsteenmantels en voor de ramen de anonieme Belgische stijl. Vrijwel
ieder huis in mijn straat verschilt van zijn buur en toch passen ze
harmonisch bij elkaar. Het lijkt wel alsof de Brusselse talen versteend
zijn en dat is mooi. Heel mooi.
Ten slotte houd ik van Brussel omdat die rotstad me zo kwaad maakt.
Razend. Mijn gal loopt om. Ik heb dat nodig, zo niet ga ik aan het
verkwabben.
Woest maken me de openbare storten op de stoepen.
Woest maken me de negentien burgemeesters met hun achtendertig oogkleppen.
Woest ben ik omdat niemand, niemand, niemand zich verantwoordelijk voelt voor puinhopen en braaklanden in deze stad.
Woest maken me de al te talrijke Franstaligen die nog altijd niet
begrijpen dat deze stad tweetalig is of niet is. Die tegen alle bewijzen
in weigeren aan te nemen dat deze stad achthonderd jaar lang Brabants
Nederlands heeft gesproken, geroepen, gezongen, geschreven.
Woest maakt me de verwoesting, woest de verwrakking, woest het
Griekse peil van de werkloosheid. In Brussel klopt Grieks-Brusselse
ellende op de deur van de Europese Commissie en niemand die opendoet.
Woester dan woest maken me de diepvrieskisten aan het Schumanplein,
waaruit betweterige eurocraten vernedering en afbraak opdiepen en
grauwe, lichtschuwe richtlijnen die zij godbetert Europees durven te
noemen.
Vuilnisbelt. Wanbeheer. Géén beheer. Kaalslag. Kortzichtig, hardvochtig, hooghartig eurokapitalisme. Ik háát het.
07 oktober 2015 10:44 DE Zur deutschsprachigen Webseite EN Visit flandersnews.be, the English news website of VRT News FR Allez à Flandreinfo.be Zoekterm Verkeerssituatie: gegevens aan het inladen 22 KM FILE Weersituatie: 14 graden celsius, helder met grijze bewolking14 °C Het journaal L - 06/10/15 Het weer 20u Het journaal VGT - 06/10 home Binnenland Buitenland Politiek Economie Cultuur & media Ook dat nog opinie Rubrieken Videozone Live Center Brusselaars zijn bastaarden uit principe